Pawnee

Verre van een feelgoodstrip Oktober 1803. In een Normandisch dorpje wordt door middel van loterij bepaald welke jonge kerels zich dienen aan te sluiten bij het leger van Napoleon. Alban Labiche heeft geluk. Hij wordt vrijgeloot van dienstlicht. Louis de Mauve, het liefje van Angèle Libische, de zus van Alba, heeft minder geluk. Zijn nummer is dienstplichtig. Louis' vader, een graaf, laat het daar echter niet bij. Hij koopt het lot van Louis af en betaalt de ouders van Alba een riante som om hun zoon dienst te laten nemen. Al snel wordt Alban opgeëist en met de nieuwe rekruten verscheept naar New Orleans, dat onlangs door Napoleon verkocht werd aan de Verenigde Staten. Wanneer de nietsvermoedende Louis zijn geliefde Angèle terugziet en verneemt wat er is gebeurd, besluit hij naar de Nieuwe Wereld te reizen en Alban terug te halen. De verre bootreis blijkt al snel niet het einde van de zoektocht te worden. In New Orleans doodt Alban een Amerikaan die zijn zwarte slaaf wil neerschieten. In de Verenigde Staten gelden andere wetten. Het ziet er beroerd uit voor Alban. ’s Nachts wordt hij bevrijd door Toussaint Charbonneau, een trapper die de wildernis op zijn duimpje kent. Alban heeft geen andere keuze dan Toussaint te volgen richting Saint-Louis, waar Toussaint zich wil aansluiten bij de expeditie van Lewis en Clark. Met een prijs op zijn hoofd doorkruist hij het Wilde Westen, achternagezeten door premiejagers en zijn vriend Louis. Bovendien heerst er een fragiele vrede tussen de blanken en de diverse indianenstammen die bij elke kleine vonk tot een gewapend conflict kan leiden. Patrick Prugne levert met het tweeluik Frenchman en Pawnee een groots verhaal af. Eentje dat begint in een slaperig dorpje in Normandië en eindigt in het verre westen. Dit is geen John Wayne-western tijdens de hoogtijdagen van de cowboys, maar een pioniersverhaal dat zich niet lang na de geboorte van de Verenigde Staten afspeelt. De indianen zijn hier nog machtige krijgers die door hun samenhang met de natuur op het terrein heer en meester zijn. Prugne heeft zich bijzonder goed gedocumenteerd. De historische setting is behoorlijk accuraat en ondersteunt het verhaal op cruciale momenten. De toon van het verhaal zelf is behoorlijk tragisch, voor de hoofdpersonages ziet het leven er meer dan eens uitzichtloos uit. Nee, het tweeluik is verre van een feelgoodstrip. Behalve het scenario verzorgt Prunge ook het tekenwerk. Hier blaast hij ons toch werkelijk van onze sokken. Smaken verschillen, en we zijn er ons van bewust dat dit een zeer specifieke stijl is, maar zijn tekenwerk staat bol van karakter, grinta en details. Bovendien zorgt zijn aquarelinkleuring voor een uitzonderlijke sfeerbeleving. Een welgekomen afwisseling met het moderne computergeweld. In 2009 wist Canoë Bay ons al te overtuigen van de kunsten van Patrick Prugne. Canoë Bay maakte hij samen met die andere westernfanaat Tiburce Oger (Go West Young Man, Ghost Kid, Buffalo Runner). In Frenchman en Pawnee doet hij het helemaal alleen. Silvester liet ons bijzonder lang wachten op de vertaling van deze pareltjes. Het was het helemaal waard! Beter nog, als we Silvester mogen geloven, zou het weleens kunnen dat we in de nabije toekomst nog meer westernwerk van Prugne mogen verwachten. Fingers crossed! JACKY CORNELIS