De weg van de slang

Vanwege Sangohan's ongelooflijke kracht besluit Piccolo hem mee te nemen naar een afgelegen gebied, om hem te trainen voor het gevecht tegen de Saiyens. Inmiddels is Sangoku bij het dodenrijk aangekomen, waar hij door God wordt ontvangen. God vraagt koning Enma, de bewaker van het paradijs, of Sangoku getraind mag worden door koning Kaio. Enma stemt toe maar om Kaio te bereiken moet Sangoku de kilometerslange weg van de slang afleggen, die over de hel loopt. Yajirobe bericht de krijgers op Aarde dat Sangoku pas na een jaar teruggewenst mag worden. Krilin, Yamcha, Tenshinhan en Chaozu worden door meester Karin ontboden voor een training van God, die met behulp van het door Bulma gerepareerde apparaatje van Raditz snel gevonden zijn. Terwijl Sangohan in de wildernis overleeft ondervindt Piccolo de ware kracht van de Saiyens. Het grote monster waarin Sangohan transformeert dwingt hem de maan opnieuw te vernietigen en Sangohan's staart te verwijderen. Wanneer Sangoku het einde van de slangenweg bereikt heeft merkt hij dat op Kaio's woonplaneet de zwaartekracht veel groter is dan op Aarde.