De nacht van de vallende sterren

Februari 2156. Kârinh woont al heel haar leven in de Ark, een ruimtekolonie die lang geleden werd gesticht door aardbewoners. Ze droomt van een reis naar de blauwe planeet. Vooral Parijs spreekt tot haar verbeelding; zo sterk dat de stad, die ze enkel kent vanuit oude boeken, een ware obsessie is geworden. Kârinh aarzelt dus niet wanneer ze de vraag krijgt om met ruimteschip met een vijftiental passagiers in cryoslaap naar de aarde te vliegen. Maar zal de lichtstad van de 22e eeuw voldoen aan haar hoge verwachtingen? Schuiten en Peeters ruilen hun Duistere Steden voor één keer in voor een toekomst die bijzonder reëel aanvoelt. Deze reeks is een ode aan de utopisten en visionairs van het einde van de 19e eeuw die hen zo vaak inspireerden.