Het roze olifantje

Op een dag staat Boemel in het bos oog in oog met een roze olifantje. Het arme diertje is verdwaald en ziet er verwaarloosd uit. Boemel besluit zich over het beestje te ontfermen en noemt het Olli. Hij vraagt de hulp van Jommeke en zijn vrienden om Olli's baasjes te zoeken, maar tevergeefs. Niemand weet waar het olifantje vandaan komt. Boemel raakt gehecht aan zijn nieuwe maatje, maar heeft zijn handen vol aan het speelse beestje. Olli is namelijk zó dol op bloemen dat hij alle tuintjes leegplundert, tot grote ergernis van de buren. Kwak en Boemel krijgen het fantastische idee om samen met Olli als clown op te treden voor kinderen van rijke ouders en zo een aardige duit te verdienen. Jommeke en Filiberke vinden het een geweldig plan en helpen Kwak en Boemel met het verzinnen van nieuwe acts en kunstjes. Olli vindt het allemaal prima en ontpopt zich als een ware circusartiest! Hun knotsgekke show oogst veel succes en het geld stroomt vlotjes binnen, maar dan verschijnen Olli's baasjes op het toneel. Het gemene duo is terug in Zonnedorp met een nieuwe lading gevangen olifantjes. Wanneer ze ontdekken dat Olli in een circus werkt, zijn ze woedend en besluiten hem te ontvoeren. Zullen Jommeke en zijn vrienden Olli uit de klauwen van deze slechteriken kunnen redden?