Meer info
Reviews
Gemiddelde score 4 / 5Louisiana, de kleur van Bloed 1 & 2 Louisiana, in het diepe zuiden van de Verenigde Staten roept meteen enkele associaties op: New Orleans, moerassen, voodoo, rassenproblemen. Ze spelen dan ook allemaal een grote rol in dit drieluik. Ogenschijnlijk krijgen we een familiekroniek in de trant van “Meesters van de gerst” of “Flor de luna” voorgeschoteld, maar al snel gaat het niet meer om het uitbouwen van een imperium en de daarbij horende familieproblemen, dit drieluik graaft dieper. Het verhaal is dan ook veel rauwer dan in voorgenoemde reeksen. Het verhaal begint met een scène uit “Gone with the wind”, de filmklassieker uit 1939. Zo wordt je met een knipoog in het verhaal gekatapulteerd, al is “Louisiana” geen romantisch drama. Iedereen weet al dat slaven als gebruiksvoorwerpen werden gezien, maar ook de rol van de vrouw was niet benijdenswaardig. Louisiana was in het begin van de negentiende eeuw niet alleen een racistische maatschappij, het was ook een mysogiene maatschappij. De man stond aan het hoofd van de familie en deed zijn zin, zonder een man aan hun zijde werden vrouwen niet als volwaardig aanzien. Een vrouw moest mooi zijn en aan de wil van de man gehoorzamen. Een oude vrouw kijkt terug op haar leven en beseft dat ze haar familiegeschiedenis moet neerpennen omdat ze niet wil dat ze verloren gaat, ook al is ze er niet echt trots op. Zo keren we van 1961 terug naar het begin van de negentiende eeuw, toen de plantage van de familie Maubusson nog maar pas was gesticht. In deze eerste twee delen staat vooral Josephine centraal, als jonge vrouw komt ze op tegen haar agressieve, alcoholische vader, terwijl ze een zwarte slavin als vriendin heeft. Misschien is het niet toevallig dat de scenariste een vrouw is want de belangrijkste rollen zijn weggelegd voor vrouwen. De meeste mannenrollen zijn voor dronkaards, geweldenaars, of mannen die hun verantwoordelijkheid ontlopen. Léa Chrétien kreeg het idee voor haar verhaal na een rondreis in het zuiden van de Verenigde Staten. Het is niet alleen een verhaal over rassenscheiding maar ook een feministisch verhaal van vrouwen die samenwerken om hun lot in eigen handen te nemen, dit wordt overgoten met een vleugje voodoo. Toch is dit geen wit zwart verhaal waarin de vrouwen de goeden zijn en alle mannen het kwade, want in het tweede deel komt een andere kant van Josephine naar boven. Terwijl haar moeder wegkwijnt na wat ze in het vorige deel had gedaan probeert Josephine de plantage te runnen, daarom trouwt ze met Georges, een Franse koopman. Als haar zoon echter verliefd wordt op een slavin is ze toch minder ruimdenkend dan je in het eerste deel kon vermoeden! De tekeningen zijn van de hand van Gontran Toussaint, een jonge Belg die Jean Giraud en Hermann als zijn grote voorbeelden ziet. En dat zie je in de tekeningen. Het verhaal speelt zich vooral ’s avonds, ’s nachts of in de regen af, dit versterkt de soms nogal sombere sfeer van het verhaal. De inkleuring van Léa Chrétien met veel donkere tinten is sfeerbepalend voor het verhaal. De sfeer van de verhalen zie je ook al terug op de prachtige covers. Dit is een familiekroniek met een ferme stomp in de maag, hopelijk bevestigd het afsluitende deel al het goede van de eerste twee delen! Een knappe kennismaking met deze twee jonge talenten!
win een cadeaubon ter waarde van €5 Schrijf een review