De rode kamer

Dit twaalfde avontuur van Harry Dickson begint in Cuba, midden jaren '30. Op het uur dat de bloedhete dag overgaat in een zwoele avond, die wordt opgezweept door het dwingende ritme van de conga's en de frenesie in de Rode Kamer, in het onopvallende bijgebouw van de Tropicana nachtclub ... Een scherpschutter mikt op de enige klant die er zich bevindt en mist hem op een haar na ... Wel slaagt hij erin om de meeste andere aanwezigen te doden. Een van de meisjes die het feestnummer aan het entertainen waren kan wegvluchten. Als deze jonge Cubaanse in zee springt, bezegelt ze daarmee het lot van een Engelse yachtsman. Hij wordt doodgeschoten op het moment dat hij het meisje aan boord hijst. be jonge Amerikaanse die bij hem is, wordt nu opgescheept met de enige getuige van de moordpartij in de Rode Kamer ... De thriller krijgt een maand later een vervolg, in Florida. Daar treffen we koning der speurders aan, die door de vader van de onfortuinlijke yachtsman wordt ingehuurd om het knullige en intussen afgesloten onderzoek van de Cubaanse autoriteiten weer op te starten. Aan de hand van de informatie die zijn klant hem bezorgt, denkt Harry Dickson dat hij de verloofde van diens zoon, Victoria Cross, in Miami kan vinden. Maar hij blijkt zich te vergissen. Daarentegen ontdekt hij nu dat hij niet de enige is die Victoria zoekt. Er volgt een genadeloze jacht op de getuige, van de smaragdgroene kustlijn van Miami, volgebouwd met Art Deco huizen, tot aan de lugubere veenmoerassen in het zuiden van Georgia. Op deze genadeloze jacht komen we de gezworen vijandin van Harry Dickson tegen: Georgette Cuvelier en haar bende, die voor deze gelegenheid samenwerkt met een gang die banden heeft met de Ku Klux Klan. Ze handelt voor een opdrachtgever die nogal haast heeft om de laatste getuigen van het Cubaanse bloedbad uit de weg te ruimen. Getuigen die de identiteit van het beoogde doelwit zouden kunnen onthullen. Een doelwit dat erg hinderlijk is voor veel, heel veel mensen. Het maakt het werk van de koning der speurders en zijn helper Tom Wills er niet gemakkelijker op. En ze krijgen nog gezelschap ook van de dubbelhartige baas van de FBI, Edgar Hoover ... Een spannend verhaal waarin fictie en realiteit samen gaan tot aan het verrassende slotakkoord ...